Pages - Menu

dinsdag 2 juni 2015

Magisch Myanmar (deel 1)

Yangon - Bagan - Mandalay - Kalaw - Inle Lake - Yangon

"Myanmar was ooit een van de rijkste landen ter wereld", lezen we in de gids. Maar bijna 150 jaar bezetting door de Britten, de Japanners en een totalitair militair regime hebben het land geen goed gedaan. Of zoals Cho Cho uit Yangon het verwoordt: "The British were bad, the Japanese were bad, but the military was worse". 
Helemaal af zijn ze nog niet van die militairen, maar in 2011 waren er wel voor het eerst min of meer democratische verkiezingen. En hup, de deuren naar de buitenwereld gingen wat meer open en de eerste toeristen schuifelden binnen.
En zo staan ook wij, samen met onze nieuwe, tijdelijke reisgenoot Nico, in de "foreigner"-rij van de luchthaven aan te schuiven om de schatkamer van Zuidoost-Azië binnen te mogen. Want financieel mogen de Myanmarezen er misschien niet al te best voor staan, rijk zijn ze wel. Op cultureel vlak, op ambachtsvlak, maar vooral op menselijk vlak. 
De komende 12 dagen zullen we op plekken komen van een  buitengewoon ontroerende schoonheid, ontmoeten we mensen die zo vriendelijk zijn dat het bijna ongemakkelijk wordt, zien we hoe een wereld  die draait op handenarbeid er uitziet en leren we (nog maar eens) dat wij Westerlingen de wijsheid niet in pacht hebben. 

YANGON
Vervallen koloniale gebouwen (die er bij nader inzien, en hoewel de duiven er binnen en buiten vliegen, helemaal niet onbewoond zijn) staan naast de flitsende reclamepanelen voor toekomstige superdeluxebuildings in de voormalige hoofdstad. Myanmar is een land in volle verandering en dat merk je vooral hier. Alles verbleekt echter bij de Shwedagon Pagode: een gouden bouwsel van tientallen meters hoog met bladgoud onderaan, goudplaten in het midden en een top versierd met juwelen, edelstenen en een joekel van een robijn.


Een buddhabeeld van 70 meter lang en 30 meter hoog is hier niets speciaal. 

Myanmarezen doneren graag aan Buddha.


Een deeltje mag dan wel platgebombardeerd zijn tijdens WOII, de rest van het gebouw doet nog perfect dienst als een of andere officiële instantie.



De lokale Chinatown.

In Zuidoost-Azië spelen ze handbal met een rieten bal. En je mag de bal ook niet met je handen raken. Het heet dan ook niet echt handbal.


BAGAN

Met zo'n tweeduizend staan ze daar verlaten in de vlakte, de stupa's en pagodes van Bagan. De oudste bijna duizend jaar. Twee dagen fietsten we rond in dat surreële landschap in de zinderende hitte (les geleerd voor dag twee: elektrische fietsen zijn niet enkel bedoeld voor bompa's) om te eindigen met een van de mooiste zonsondergangen aller tijden. Waarom Bagan niet beschouwd wordt als een wereldwonder, is ons een raadsel, want dit moet zowat de meest wonderlijke plaats zijn waar we ooit zijn beland. 




Puffen in het zand met de fiets.


Wat te doen tegen de hitte? Siësta in de tempel.



De Ayarwaddy-rivier.


Een grappig mannetje.

Drie vegetarische restaurantjes op een rij tussen de tempels. Say what?!

Belachelijk hoge tredes dienen niet enkel om mensen te ambeteren, maar ook om nederigheid te tonen bij het betreden. 



Nico en Buddha's tenen.

Tom en Buddha's hand.

Hadden we al gezegd dat Myanmarezen gek zijn op goud?


Geen enkele Myanmarees draagt schoenen, maar sletsen. De voornaamste reden: je moet ze toch voortdurend aan en uit doen. 






Bagan Bastards.

Onterecht bijgenaamd "de mongolenmobiel". 

"I'm the king of the world!"




Geloof het of niet, er is nog meer schoonheid in deel 2! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten